Schrijven gaat makkelijker met iemand in gedachten
3 minuten lezen
“Zelfs je e-mails zijn fijn om te lezen”, zei een nichtje ooit wat afgunstig.
Ik blij, ik ben tenslotte ‘De Schrijfster’. Maar is mijn ‘schrijftalent’ iets om jaloers op te zijn? Nee, want iedereen kan leren om teksten te schrijven die ‘fijn lezen’. Ook mijn nichtje 😉. Bijvoorbeeld: door iemand in gedachten te nemen bij het schrijven.
Waarom is iemand in gedachten nemen zo fijn bij het schrijven?
Praat jij wel eens tegen iemand die continu om zich heen kijkt? Of houd je wel eens een lezing voor mensen die continu met elkaar zitten te ginnegappen en kletsen? Misschien voel jij net als ik nogal afgewezen. En ik vermoed dat wij daar niet de enigen in zijn. Maar zelfs als je je niet afgewezen voelt, heb je waarschijnlijk wel het idee dat het totaal geen zin heeft om door te praten.
Tenzij 1 persoon in je publiek jou rechtstreeks aankijkt, knikt, je aanmoedigt of jouw verhaal zit op te schrijven.
Eén persoon is voldoende
Eén persoon dus. Mogelijk ga je zelfs geïnspireerder praten als je die belangstelling opmerkt. Waardoor uiteindelijk nog meer mensen gaan luisteren. Je krijgt de zaal stil.
Zie je het voor je?
Maar nu moet je schrijven. Maakt niet uit wat: een e-mail, een rapport, een brochure. Niemand knikt je bemoedigend toe. Niemand stelt een vraag. Het is stil en kaal in je hoofd en om je heen.
Je doet je best om het beste stuk aller tijden op papier te krijgen, maar het kost je moeite. Binnen de kortste keren vergeet je dat iemand o jouw tekst zit te wachten. Of tenminste nieuwsgierig is naar wat je schrijft. Je scherm sluipt vol met moeilijke woorden, vakjargon en ingewikkelde zinnen, volop tangconstructies en passieve zinnen. Alle inspiratie die je had zakt weg. Als nou eens iemand liet merken dat zhij blij is met wat je schrijft…
Schrijven doe je in je uppie
Helaas. Een reactie van die lezer krijgt je niet. Ja, hooguit als je klaar bent, maar niet tijdens het schrijven zelf.
Gelukkig is er wel een trucje om die reactie toch te horen. Dat trucje is dat je een specifiek persoon in gedachten neemt als je schrijft. Hoe concreter hoe beter, zoals je zus, je moeder, een kind van 15, je buurman of buurvrouw. Of iemand die je wel eens ontmoet hebt en tot jouw doelgroep behoort of klant van je is. Want, als je schrijft voor die concrete persoon, zie je in gedachten ook de reactie van die persoon.
Oke, denkbeeldig. Maar zodra je zijn of haar reactie in gedachten waarneemt, is het net of het echt zo is.
Waarom werkt het om bij iemand in gedachten te nemen bij het schrijven?
- De tekst wordt begrijpelijker. Je past namelijk je taalgebruik direct aan. Als je met je buurvrouw praat, gebruik je geen moeilijke woorden. Dan doe je je best om haar stap voor stap uit te leggen wat je bedoelt. En je probeert er wat sjeu in aan te brengen, anders zegt ze: ‘nou, ik moet nu weg.’
- Schrijven gaat gemakkelijker. Dit komt doordat je in gedachten met je buurvrouw praat: Al die gedachten als ‘ik kan niet schrijven’ of ‘ik weet niets te verzinnen’ raken op de achtergrond. Als je buurvrouw jou zou zeggen: vertel eens, dan zeg je tenslotte ook niet: ‘ik kan niet praten’.
Kortom: de drempel om te schrijven wordt lager.
Bedenk een ijkpersoon of persona
Veel kranten en tijdschriften werken met een ‘ijkpersoon’ of ‘persona’. Dat is een – meestal – denkbeeldig personage, waar de redactie allerlei kenmerken van benoemt.
Een blad als Libbelle werkte daar ooit mee. Ik geloof dat ze dat niet meer doen, maar hun lezer zou te definiëren zijn als Sanne uit Gouda, 40 jaar, ze houdt van squashen, ze is getrouwd, werkt parttime, heeft twee kinderen, gaat twee maal per jaar op vakantie, enzovoort.
Je ziet, deze ijkpersoon heeft de kenmerken van de ‘gemiddelde’ of de typische lezer van dat blad of die krant. Het is nuttig voor het blad, omdat het dan elk idee voor een artikel en de uitwerking ervan kan toetsen aan een persoon van bijna vlees en bloed.
Je hoogst eigen ijkpersoon
Dit kun je gebruiken voor als jij schrijft. Bij alles wat je schrijft stel je je dan een concrete persoon voor. Dat is nog makkelijker dan een fictieve ijkpersoon bedenken, wat toch wat gekunsteld blijft. Veel tijdschriften zijn daar overigens inmiddels vanaf gestapt of hanteren het minder strak.
Bedenk zoveel mogelijk kenmerken van jouw eigen ijkpersoon. Welke woorden gebruik je als je tegen hem of haar zou praten? Welke informatie wil zhij horen, wat wil zhij liever niet horen, maar moet je toch zeggen? Hoe formuleer je dan? Wat vind zhij prettig? Hoe gedraagt ze zich, welke overtuigen heeft zhij?
Probeer desnoods verschillende ‘mensen’ uit en merk hoe dat je schrijven vergemakkelijkt.
Wil je hulp om te leren schrijven met je eigen ijkpersoon?
In het schrijftraject Scherp Zakelijk Schrijven help ik je om voor je eigen doelgroep te schrijven en oefenen we ermee tot het jou gemakkelijk afgaat. Mail me (Leonore@deschrijfster.nl) voor een telefonisch kennismakingsgesprek.
Neem contact met me op