Hoe je een eind breit aan je zin (en je tekst af krijgt)
3 minuten lezen
Soms wil je te veel schrijven
“Maak nu eens je zin af.”
Dat advies zet studente, Andrea, eindelijk, eindelijk in beweging om haar proefschrift af te ronden. Ze kreeg echt niets op papier. Geen woord. Zat letterlijk vast, zo beschrijft Keith Hjortshoj, directeur Schrijven bij Cornel University, in zijn boek*.
Heel veel ‘Andrea’s’ krijgen hun verhaal niet verwoord
Ze lijden vaak in stilte. Daarom raakte haar verhaal me zo, en deel ik het graag met je, zodat jij ook gaat ontdekken wat jou kan helpen met schrijven.
Wanhopig is Andrea ze als ze terecht komt bij Keith Hjortshoj, toen als schrijfcoach actief bij zijn universiteit.
Natuurlijk vraagt hij waar haar onderzoek nu precies over gaat. Andrea komt er niet uit, raakt volledig verstrikt in haar eigen zinnen. Niet alleen als ze schrijft, maar ook als ze praat.
Werkelijk geen enkele zin maakt ze af. Na elke paar woorden, begint ze opnieuw, volgt ze een nieuwe gedachte, herneemt zich, beoordeelt dat wat ze al gezegd heeft als ‘niet goed’, komt met een extra bijzin, en nog een en slaat weer een nieuwe weg in.
Hoe kan het dat Andrea niets op papier krijgt?
Ze is slim genoeg. Uitgebreid veldonderzoek heeft ze al afgerond, stapels literatuur gelezen. Het is tijd haar bevindingen weer te geven. En wel ‘de hele olifant’, zoals ze dat zelf zegt. Maar het enige dat haar lukt is het uiteinde van de slurf beschrijven, of een stukje van de staart of een deel van de poot.
Keith blijft haar vragen naar de grote lijn van haar onderzoek. Iedere keer dwaalt Andrea door haar gedachten heen. Irritatie borrelt boven bij Keith.
Dat blijkt de sleutel naar bevrijding: zijn frustratie. Want uiteindelijk roept hij uit: maak je zin nu eens af. En dat is wat ze samen gaan doen: zinnen afmaken.
Woord voor woord worstelen Andrea en haar begeleider zich door haar zin heen
Het is zwoegen. Elke keer als ze de structuur van de zin verbreekt, verward raakt in haar eigen denken, een zijspoor inslaat, gaan ze weer terug naar het begin van de zin. Dan voegen ze er een nieuw stukje aan toe, net zo lang tot er een volledige, concrete, zin overblijft, die goed beschrijft waar haar onderzoek over gaat.
Als die eerste zin staat, gebeurt er iets bijzonders. Keith schrijft:
‘Door die zin zo te construeren gebeurde er iets dat ik nog steeds niet volledig begrijp, maar de effecten waren overduidelijk. Eerst was Andrea gespannen, bleek, ernstig, nu bloosde ze van plezier, begon te lachen en werd erg levendig alsof ze een blokkade had doorbroken door bloed en zuurstof in beweging te brengen.’
Ga zo door met schrijven
Andrea krijgt het advies om zo door te gaan met schrijven. Binnen twee dagen vult ze twee pagina’s over haar onderzoek. 6 maanden later heeft ze haar proefschrift af en kan ze haar concept succesvol verdedigen.
Hoe kan het dat zo iets simpels iemand aan het schrijven krijgt?
Andrea is in beweging gekomen. Letterlijk.
Eerst ziet ze zichzelf als klein stipje in een immense cirkel. De grote cirkel is het onderwerp dat ze wil beschrijven. Opgeslokt door het grote geheel. Die grote cirkel maakt haar niet alleen het bewegen onmogelijk, hij snijdt haar ook af van vrienden, familie, activiteiten, interesses.
Uit je gedachten stappen
Door woord voor woord coherente zinnen te bouwen, is ze in beweging gekomen. Ze is uit haar gedachten gestapt. Ze heeft haar gedachten bouwsteen voor bouwsteen vastgelegd in woorden, verbanden gelegd, lagen van betekenis gebouwd, overzicht gegeven van haar ideeën en hiërarchie tussen de woorden.
De beweging die ze zo creëert geeft zoveel voldoening dat ze helemaal opbloeit.
Andere delen van haar leven komen ook in beweging: ze krijgt een postdoc, een baan om les te geven, schreef meer publicaties, krijgt een groter netwerk.
Haar leven bestaat nu uit een heleboel verschillende cirkels, even groot, die elkaar deels overlappen: een cirkel voor vrienden, voor familie, voor activiteiten, voor andere interesses.
En een cirkel voor de schrijftaak.
Het leven is meer geworden dan alleen maar schrijven!
Nee, het beeld van de olifant is niet verdwenen. Het liefst beschrijft ze nog steeds die hele olifant. Toch gaat ze door.
Wat zorgde ervoor dat Andrea door bleef schrijven?
- Ze wist dat ze niet zelf rechter moest gaan spelen over haar eigen werk, want dan was er nooit iets goed genoeg. Daarom zei ze tegen zichzelf dat ze alleen maar ‘een stapel papieren’ aan het schrijven was, zonder waarde toe te kennen aan wat ze schreef.
- Andere lezers, zoals adviseurs, vrienden en de subsidiegever, leken het interessant te vinden wat ze schreef. Ze vonden het helder, zelfs als ze snel schreef. Daaruit concludeerde ze dat of haar eigen oordelen niet correct waren of dat hun standaard veel lager was dan ze had gedacht.
- Ze merkte hoe prettig ze het vond om door te blijven schrijven en haar gedachten direct in een stroom van woorden op te schrijven. Haar hoofd en haar lichaam vertelden haar dat dit veel gezonder was dan gedachten binnen moeten houden in taal die verlamt.
Hoe zit het met jou?
Probeer jij ook zo’n ‘hele olifant’ te beschrijven? En loop je dan, net als Andrea vast? Of heb je juist kilometers papier, zonder rode draad?
Ik ben wel benieuwd hoe jij jouw schrijfklus voor je ziet:
- als een olifant
- of als het puntje van de slurf?
En waar zit jouw sleutel verborgen …? Laat je het me weten?
*Bron: Understanding Writing Blocks – Keith Hjortshoj. Oxford University Press, 2001
Wil jij ook ontdekken wat jou tegenhoudt als het schrijven niet gaat?
Maak een afspraak met me, dan zoeken we dat samen uit in een gratis, telefonisch kennismaktingsgesprek. Dan kan ik je ook zeggen of een van mijn programma’s jou weer los kan krijgen…
Neem contact met me opInteressant blog. En die cirkels laten goed zien hoe ‘het onderwerp’ van een overrompelende grootte krimpt tot een behapbare portie.
Om bij de olifant te blijven, hier een variant op een bekende spreuk::
Hoe schrijf je over een olifant? Zin voor zin!
Annemarie Barbier,